zondag 8 februari 2009

Juliana & Bernhard. Het verhaal van een huwelijk. De jaren 1936-1956

Cees Fasseur. Balans, 2008. 495 pagina's.

Ik amuseer we alweer ettelijke avonden voor het slapen gaan met dit uitermate smeuïge boekje. Veel nieuws moge er niet aan het licht gekomen zijn toen de archieven aangaande de Greet Hofmans affaire open gingen, maar Cees Fasseur weet de oogst fraai te etaleren. Hij doet dat in een mooi, ouderwets Nederlands dat helemaal past bij de nostalgische jaren vijftig familiekiek op het omslag, en waarin om de haverklap wendingen van een snedige, soms bijna venijnige humor opduiken. Vooral wanneer hij de behoefte voelt om Hofmans weer eens op haar nummer te zetten.

Begin maart 1948 betrok Greet een voor haar gebouwd huisje op Molecaten. Het beschikte wel over een bidkapel, maar niet over een WC. De bewoonster at weinig en het bos was groot.
In quasi achteloze bijzinnetjes gaan messcherpe observaties schuil. Heerlijk. En al dat moois is verpakt in een elegant hardcovertje met een rood-wit-blauw leeslint – wat wil een mens nog meer!

Het is bijna niet te geloven wat een bizarre mengelmoes van huwelijksstress, zweverij en provinciaalse truttigheid het was daar op het Soestdijk van Juliana en Bernard. Van de prins geen kwaad spreken is moeilijk, want je kunt al lezende bladzijde na bladzijde zowat alle diagnostische criteria aanvinken voor psychopathie en narcisme. Bernard was een vrolijke jongen met een overspannen prikkelbehoefte, egoïstisch, oppervlakkig charmant, promiscue, impulsief, roekeloos en onbetrouwbaar. In London tijdens de Tweede Wereldoorlog had hij de tijd van zijn leven omdat de Blitz precies de spanning leverde waarnaar hij zo hunkerde. Hij kon lekker de held uithangen en dolde rond met mondaine schoonheden. Intussen schreef hij naar zijn vrouw in Canada, die toch al onzeker was over haar uiterlijk, brieven die aanhieven met ‘Lieve oude dikkerd’. Maar Bernhard komt er bij Fasseur opvallend genadig vanaf, misschien omdat hij een van de eersten was die openlijk het conflict zocht met de perfide Hofmans. Het feit dat hij tijdens een verblijf in Californië een kind verwekte bij een maîtresse wordt bijna achteloos vermeld, alsof het de gewoonste zaak van de wereld is.

Maar goed, hij stond in elk geval wel met twee benen op de grond, en had voldoende praktisch verstand om zijn kinderen tenslotte weg te halen van de door Juliana uitgezochte antroposofische school, waar ze uiteraard een monumentale leerachterstand hadden opgelopen (en in een enkel geval een chronische aanleg voor tree-hugging). Nuchterheid is iets waarvan Juliana en haar Baarnse vriendinnenclub intussen kwalijk beschuldigd konden worden. Die zweefden rond in de wazige waanwereld van Greet Hofmans en haar ‘wrede hocuspocusschijn’ (om een prachtige wending te citeren die Hofmans zelf gebruikte in haar eerste brief aan Juliana). Elk woord dat Hofmans ‘van Omhoog’ kreeg ‘doorgegeven’ werd voor zoete koek geslikt. Het maakte daarbij niet uit dat de doorgevingen aanvankelijk naar Hofmans’ zeggen afkomstig waren van de geest van homo-emancipator en pluimveehouder Exler, kortweg Ex. Het maakte ook niet uit dat Hofmans vervolgens, toen ze opstootte in de vaart der volkeren, meedeelde dat deze Ex nooit de bron van haar profetieën was geweest, dat ze steeds had gesproken over X, de Grote Onbekende, namelijk Christus, en dat anderen dat verkeerd hadden begrepen. Fasseur: “De Messias valt natuurlijk in een heel andere categorie dan de schim van een homofiele kippenfokker. Enige ‘upgrading’ van de inspirator van haar ‘doorgevingen’ kon geen kwaad.” En wat kreeg Hofmans eigenlijk door? Meestal half-psychotische nonsens als deze:

Indien de Tijdswending door de cosmische krachten is ingezet en onder Opperste Leiding van Liefde wordt tot werking gezet, kan dit geen macht ter wereld tegen houden. En wanneer het Nederlandse volk Paasgevoelig is verheven, zal het Nederlandse volk zijn eigen taak volbrengen omdat het niet alleen voorbestemd is, doch steeds zal blijven de Paasgedachte van iedere vernieuwing.
Enfin, kijk er de website van een willekeurig modern medium op na en er blijkt weinig veranderd te zijn, hoogstens is de christelijke inkleuring vervangen door een ietsistische. Maar deze ‘boze fee’ (Fasseur) had betere connecties – ze correspondeerde intensief met de ‘lieve Majesteit’ en bemoeide zich via haar met politieke aangelegenheden. De oude Drees vond het allemaal maar niks, en zelfs Eleanor Roosevelt, met wie Juliana warme vriendschapsbanden onderhield, hief een waarschuwende vinger. Gelukkig waren Hofmans’ ‘doorgevingen’ in de regel zo vaag dat de ontvanger er alle kanten mee uit kon, zodat de schade uiteindelijk heel beperkt bleef. De averij werd vooral opgelopen in het aanzien van het Koninklijk Huis – het waren gouden tijden voor de roddelpers, Hofmans was een Hollandse Rasputin.

Eerst en vooral werd Hofmans gezien als degene die een wig dreef in het huwelijk van het koninklijk paar. Dat lijkt mij niet zo heel terecht, daarvoor had Bernhard in zijn eentje talent genoeg. Juliana had er echter ook weinig oog voor hoezeer ze zichzelf belachelijk maakte door begin jaren vijftig, geïnspireerd door Hofmans en haar leermeester, de onverdraagzame, fanatieke Wim Kaiser, een serie conferenties te organiseren op het Oude Loo die niets minder ten doel hadden dan het bewerkstelligen van de wereldvrede. Die moest gestalte krijgen door series van zweverige, bovennatuurlijk angehauchte lezingen en discussies waarbij tegenstemmen zorgvuldig buiten de deur werden gehouden. Op zeker moment werd zelfs een Amerikaanse oplichter uitgenodigd om te spreken over zijn zogenaamde contacten met bewoners van Venus, die hij in vliegende schotels zou hebben zien neerdalen!

Intussen kwam er van het project waarmee Hofmans zich in Juliana’s kring had weten binnen te werken niks terecht. Prinses Marijke bleef even slechtziend als ze was. Maar daar laat Hofmans zich kennen als een topspecimen van haar soort, met die onbevattelijke onbeschaamdheid van vermoorde onschuld: dat haar interventies niet werkten kwam niet door het tekortschieten van haar krachten, maar door de negatieve invloed van Bernhard.

Uit - ...een poos geleden al

Helemaal verzuimd het verhaal hier af te maken, terwijl dit boek allang op een van zestien stapels ligt te wachten op onderbrenging in een binnenkort nieuw te arriveren boekenkast. Ik heb het bijna in één adem uitgelezen, zo onderhoudend weet Fasseur zijn merkwaardige kost wel op te dissen.

Het huwelijk van Juliana en Bernhard begon toenemend in zijn voegen te kraken, en uiteindelijk was de prins de invloed van Hofmans zozeer zat dat hij een verhaal over wat er op Soestdijk gaande was lekte naar een Duitse krant. De Nederlandse regering haaste zich er schande van te spreken en te bezweren dat er niets aan de hand was, maar stelde vervolgens wel een onderzoekscommissie in, de beroemde commissie Beel. Heel de Soestdijkse zweefmolen werd stevig door de mangel gehaald, en hoewel Juliana lang weigerde haar geestelijke gids af te vallen haalde ze tenslotte toch bakzeil. De Baarnse kring spatte uiteen en nadat de commissie Beel haar werk had voltooid zou Juliana Hofmans nooit meer ontmoeten.

Opvallend blijft de coulantie van Fasseur ten aanzien van Bernhard, die boef die er zelf vrolijk op los rommelde en toch minstens zo schuldig moet worden bevonden aan het wankelen van zijn huwelijk als het medium. Niettemin komt Hofmans er uiteindelijk nog tamelijk genadig vanaf: expliciete kwade opzet en een politieke agenda kunnen haar niet worden toegedicht: ze was gewoon een vreemde vrouw met een gesystematiseerde waanstoornis, die een snaar raakte bij een staatshoofd dat niet zo goed was in het onderscheiden van genie en gekte. Interessant leesvoer al met al – daar doet Fasseurs soms wat saaie, plichtmatige verslaggeving over de werkzaamheden van Beel en Cie. weinig aan af.